Ongelijkheid als klimaatramp 

Het World Inequality Report 2026 maakt duidelijk dat de klimaatcrisis niet los kan worden gezien van extreme economische ongelijkheid. De mondiale uitstoot van broeikasgassen blijkt sterk geconcentreerd bij een kleine, vermogende elite, vooral via hun bezit van vervuilend kapitaal. Terwijl klimaatbeleid vaak focust op individueel consumptiegedrag, toont dit rapport aan dat investeringen, eigendomsstructuren en financiële machtsverhoudingen doorslaggevend zijn. Tegelijkertijd worden de gevolgen van klimaatverandering – van hitte en voedselonzekerheid tot klimaatadaptatiekosten – onevenredig afgewenteld op armere bevolkingsgroepen en landen. Klimaatverandering is daarmee niet alleen een ecologisch probleem, maar ook een fundamentele rechtvaardigheidskwestie.

Het World Inequality Report 2026 is de derde editie in een invloedrijke reeks en baseert zich op de World Inequality Database en het werk van meer dan 200 onderzoekers wereldwijd. Het rapport laat zien dat ongelijkheid wereldwijd extreem en hardnekkig blijft en zich uitstrekt over inkomen, vermogen, klimaat, gender, onderwijs, internationale financiën en politiek. van de wereldbevolking verdient meer dan de overige 90% samen en bezit circa 75% van het mondiale vermogen, terwijl de armste helft slechts 2% bezit. Deze concentratie van rijkdom versterkt andere ongelijkheden, met name op klimaatgebied. De rijkste 10% is verantwoordelijk voor 77% van de uitstoot die samenhangt met privékapitaalbezit. Daarmee wordt duidelijk dat effectieve klimaatmaatregelen niet zonder hervorming van financiële en investeringsstructuren kunnen.

De cijfers zijn scherp: de rijkste 10% van de wereldbevolking verdient meer dan de overige 90% samen en bezit circa 75% van het mondiale vermogen, terwijl de armste helft slechts 2% bezit. Deze concentratie van rijkdom versterkt andere ongelijkheden, met name op klimaatgebied. De rijkste 10% is verantwoordelijk voor 77% van de uitstoot die samenhangt met privékapitaalbezit. Daarmee wordt duidelijk dat effectieve klimaatmaatregelen niet zonder hervorming van financiële en investeringsstructuren kunnen.

Daarnaast wijst het rapport op grote verschillen in toegang tot menselijk kapitaal. Onderwijsuitgaven per kind zijn in Sub-Sahara Afrika meer dan veertig keer lager dan in Europa en Noord-Amerika, wat ongelijkheid over generaties bestendigt. Genderongelijkheid wordt onderschat zolang onbetaalde zorgarbeid niet wordt meegerekend: inclusief deze arbeid verdienen vrouwen gemiddeld slechts 32% van het loon per gewerkt uur van mannen.

ok internationaal werkt het financiële systeem ongelijkheid in de hand: via rente- en inkomensstromen vloeit jaarlijks circa 1% van het wereldwijde BBP van armere naar rijkere landen. Het rapport concludeert dat ongelijkheid het resultaat is van beleid en dus ook kan worden verminderd, via progressieve belastingen, investeringen in onderwijs en zorg, en klimaatverantwoordelijkheid gekoppeld aan.

(Ook in Nederland ontspringen de allerrijkste 1% de dans nog meer dan in de VS) 345 woorden

Lees ook executive summary

Of download het complete rapport

NB Deze samenvatting is mede tot stand gekomen m.b.v. AI